De do's en don'ts bij het gebruik van batterijen
Batterij Do's:
1.Batterij volledig opladen / ontladen tot 3 cycli voordat de volledige capaciteit van een nieuwe batterij is bereikt.
2.Volledig ontladen en vervolgens de batterij elke twee tot drie weken volledig opladen voor batterijcondities.
3.Laat het apparaat op de batterij werken totdat het wordt uitgeschakeld of totdat u een waarschuwing krijgt dat de batterij bijna leeg is. Laad de batterij vervolgens opnieuw op volgens de instructies in de gebruikershandleiding.
4.Verwijder uit het apparaat en bewaar op een koele, droge, schone plaats als de batterij een maand of langer niet zal worden gebruikt. Laad de batterij op na een opslagperiode.
5.Zorg voor maximale prestaties van de batterij door de energiebeheerfuncties van het apparaat te optimaliseren. Raadpleeg de handleiding voor verdere instructies.
Batterij Don'ts:
1.Maak geen kortsluiting. Een kortsluiting kan ernstige schade aan de batterij veroorzaken.
2.Laat de batterij niet vallen, sla er niet op en maak geen misbruik van de batterij, aangezien dit kan leiden tot blootstelling van de bijtende celinhoud.
3.Stel de batterij niet bloot aan vocht of regen.
4.Houd de batterij uit de buurt van vuur of andere bronnen van extreme hitte. Verbrand niet. Blootstelling van de batterij aan extreme hitte kan leiden tot een explosie.